Vennootschapsbelasting 2025

De vennootschapsbelasting is een belangrijke kostenpost voor bedrijven met een rechtspersoonlijkheid, zoals een bv of nv. In 2025 gelden opnieuw aangepaste regels die invloed hebben op de winst die u overhoudt. Daarom is het belangrijk om goed op de hoogte te zijn van de actuele ontwikkelingen. In deze blog zetten wij de belangrijkste informatie voor u op een rij.

Wanneer betaalt u vennootschapsbelasting?

Heeft uw onderneming de rechtsvorm van een bv of nv? Dan betaalt u geen inkomstenbelasting, maar vennootschapsbelasting (Vpb) over de behaalde winst. Ook stichtingen en verenigingen kunnen belastingplichtig zijn wanneer zij met hun activiteiten structureel winst maken. In bepaalde gevallen geldt er echter een vrijstelling, bijvoorbeeld als de fiscale winst per jaar onder de € 15.000,- blijft. Dit geldt echter alleen voor verenigingen en stichtingen.

Tarieven vennootschapsbelasting 2023, 2024 en 2025

Sinds 2023 zijn de tarieven én de schijfgrenzen voor de vennootschapsbelasting ongewijzigd gebleven. De vennootschapsbelasting bestaat in 2025 dus weer uit twee schijven. Een laag tarief van 19% voor de eerste € 200.000 aan belastbare winst, en een hoog tarief van 25,8% voor het meerdere. In onderstaande tabel ziet u hoe de tarieven en grensbedragen zich de afgelopen jaren hebben ontwikkeld.

*Voor ondernemers die onder de inkomstenbelasting vallen (zoals eenmanszaken en vof’s) gelden in 2025 drie belastingschijven.

Wijzigingen vennootschapsbelasting 2025

In 2025 zijn er aantal aanpassingen doorgevoerd die van invloed zijn op de vennootschapsbelasting. Hieronder hebben we de belangrijkste wijzigingen voor u op een rij gezet:

Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek

De minimale investering in bedrijfsmiddelen om in aanmerking te komen voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek is verhoogd van € 2.800,- naar € 2.900. De schijven voor het vaste aftrekbedrag en de afbouw zijn eveneens opgeschoven. Bekijk ons blog over de kleinschaligheidsinvesteringaftrek voor de actuele bedragen en percentages.

Verliesverrekening en kwijtscheldingswinst vanaf 2025

Per 2025 gelden nieuwe regels voor de combinatie van verliesverrekening en kwijtscheldingswinst. De aanpassing voorkomt dat kwijtscheldingswinst onbedoeld toch belast wordt wanneer er tegelijkertijd sprake is van verrekenbare verliezen.

Voortaan moet een kwijtscheldingswinst eerst worden verrekend met het verlies van het jaar zelf en met eventueel nog openstaande verliezen uit voorgaande jaren. Blijft er daarna een restant van de kwijtscheldingswinst over? Dan is dat bedrag volledig vrijgesteld van vennootschapsbelasting. Hierdoor blijft de regeling voor ondernemers fiscaal werkbaar en voorspelbaar.

Welke aftrekposten gelden er voor de vennootschapsbelasting in 2025?

In 2025 kunnen ondernemers grotendeels gebruik maken van dezelfde aftrekposten voor vennootschapsbelasting als in 2024. Hieronder staan de meest voorkomende aftrekposten:

1. 1. Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA)
      Voor investeringen in bedrijfsmiddelen tussen € 2.901,- en € 392.230,-. De hoogte van de aftrek is afhankelijk van het totale investeringsbedrag. Tot € 70.602 geldt een aftrek van 28%.
   2. Energie-investeringsaftrek (EIA)
      Een extra aftrek voor investeringen in energiezuinige bedrijfsmiddelen. In 2025 is 40% van het investeringsbedrag aftrekbaar, bovenop de reguliere afschrijving. Het minimale investeringsbedrag is € 2.500,- per bedrijfsmiddel. De investering moet daarvoor wel op de energielijst van RVO staan.
   3. Milieu-investeringsaftrek (MIA)
      Fiscaal voordeel voor milieuvriendelijke investeringen. De aftrek bedraagt 27%, 36% of 45%, afhankelijk van de categorie. De investering moet daarvoor wel op de milieulijst staan.
   4. Rente op zakelijke leningen
      Betaalde rente over zakelijke leningen is in principe aftrekbaar, tenzij de renteaftrekbeperking (earningsstrippingregeling) van toepassing is.

Hulp nodig?

De vennootschapsbelasting brengt voor veel ondernemers de nodige complexiteit met zich mee. Regelingen zoals investeringsaftrek, verliesverrekening en voorlopige aanslagen vragen om een zorgvuldige aanpak.

Komt u er zelf niet uit? De adviseurs van BVR Advies kijken graag met u mee!